Terug in de tijd
27 oktober '21
De grote monumentale panden aan de Westhavenkade zijn beeldbepalend voor het Museumkwartier en worden daarom in ere hersteld. De drie panden op nummer 71-73 staan beter bekend als de De Jagerij en de Sprij-panden of het pand van Sprij. Waar komen deze namen vandaan en wat heeft zich er allemaal afgespeeld?
Jagerijpakhuis en rederskantoor
Visserij is altijd een belangrijke bron van inkomsten geweest voor Vlaardingers. In de 17e eeuw is de Vlaardingse haringvloot zelfs de grootste ter wereld. Aan de Westhavenkade en de Oude Haven wordt in 1673 het Jagerijpakhuis gebouwd; een bedrijf van Vlaardingse reders (eigenaren van schepen) die jaagden op Hollandse Nieuwe Haring. In 1912 werd op de plaats van het Jagerijpakhuis, op nummer 71, een nieuw pakhuis gebouwd voor rederij De Zeeuw en Van Raalt. Boven de ingang hangt een gevelsteen van een zeilend schip en de tekst “1673 / De Jagerij / 1912”, die de herinnering aan de Jagerij levend houdt. Ernaast op nummer 73 werd in 1915 zat een dubbel rederijpakhuis van haringrederij Hoogendijk en Vriens.
Meubelfabriek Bram Sprij
Nadat de visserij uit het stadsbeeld verdween, kwamen de panden aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, in 1940, in bezit van meubelfabrikant Bram Sprij. In het pand bevond zich de fabriek maar ook de showroom, waar menig Vlaardinger ooit zijn meubels gekocht heeft. Sprij’s toonaangevende tafels en stoelen waren plaatselijk wereldberoemd. In 1973 is er brand in de meubelfabriek.
Op nummer 73 woonde in deze tijd familie van Rijswijk die er een dansschool had. In 1965 was dansschool Van Rijswijk zo populair dat ze op zoek moesten naar een grotere locatie.